Het leven, de liefde en de dood.
Als ik vroeger op een feestje vertelde dat ik verloskundige was kwamen de tongen direct los. Mensen vertelden over hun eigen bevalling en bijna altijd werd er verzucht; wat een mooi beroep, wat een feest maak jij steeds mee.
Ik werd er wel eens moe van. Die hiep-hoera stemming die bij verloskunde hoort. Want het is zeker waar, maar ook heel erg niet waar! Het is namelijk alleen maar zo mooi, omdat het zo ongelooflijk teer is. Voor mij tekent deze reactie onze focus op het leven; als een feest zonder keerzijde!
Als nieuw leven zich aandient, is de dood ook dichtbij. Dat voel je, dat weet je en dat maakt angstig. Zwangere vrouwen ervaren de kwetsbaarheid van het leven aan den lijve en dat is niet makkelijk. Daarnaast zorgt een zwangerschap voor een verschuiving in generaties en daarin wordt sterfelijkheid zichtbaar, dat kan confronterend zijn. En rouwprocessen die je ooit al hebt doorlopen omdat een naaste dierbare stierf, krijgen een nieuwe ronde, want die overledene wordt opnieuw ernstig gemist.
Er kleeft dus nogal wat aan een zwangerschap. Het maakt het bijzonder en waardevol. Magisch en mooi. Juist omdat de dood zo dichtbij is gekomen. Omdat leven en dood elkaar meer raken dan ooit daarvoor.
We schuiven die realiteit het liefst naar de achtergrond. We negeren de kwetsbaarheid en benadrukken alleen het feestje. “Geniet ervan” wordt de zwangere telkens toegewenst.
Leven en dood horen bij elkaar. De dood kleurt de intensiteit van het leven en het besef dat het leven eindig is, maakt het kostbaar en waardevol. Zo spiegelt de dood het leven. Het is onlosmakelijk met elkaar verbonden; in het leven verschijnen we, in de liefde verbinden we en met de dood verdwijnen we.
En bij de dood hoort rouw. In andere culturen wordt de dood geëerd. Men spreekt met overledenen, zingt voor hen, men verdraagt de stilte, samen en alleen. Wij zijn ‘flink’ of ‘sterk’ en proberen snel weer over te gaan tot de orde van de dag. Daarmee verzwijgen we pijn, angst, kwetsbaarheid en liefde. We ontwijken de intensiteit en volheid van het leven.
Rouw is taal van liefde. Die wil niet ‘een plekje krijgen’ of ‘de tijd zal het beter maken’. Rouw wil niet beter worden, die wil gezien en beleefd worden. Ze heeft ruimte en zachtheid en stilte en eerbied nodig. Geen haast, geen herstel.
In mijn coachpraktijk kom ik het heel regelmatig tegen. Vrouwen die vastlopen omdat ze alleen mogen genieten, maar iets anders voelen. Die niet geleerd hebben te rouwen.
Vier het leven, de liefde en de dood;
het verschijnen, het verbinden en het verdwijnen.
Berteld Kok, verloskundige coaching: www.elmomo.nl