Home  |  Wie  |  Aanbod  |  Inspiratie  |  Boeken  |  Links  |  Contact

Afscheid van de verpleging

Herfst 2019. Na 42 jaar nam ik afscheid van de verpleging.
Het witte verpleegstersjasje van zuster Maria aan de wilgen.
Ik blik terug en neem afscheid.
Zoveel gedaan!

Ooit lang geleden begon ik als jong meisje van 16 in de Sinaï-Kliniek in Amersfoort als vakantiekracht op een afdeling met demente bejaarden. Via een verpleeghuis in Amsterdam kwam ik in het Slotervaartziekenhuis terecht, daar volgde ik een interne opleiding tot A-verpleegkundige. (In de VU werd ik trouwens afgewezen omdat ik niet wist dat het om een ‘zeer strenge selectie’ ging, dat vond de commissie maar niks.)

Ik werkte in het oude Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam, in het gloednieuwe AMC, ik ben waarnemend hoofd geweest in een verpleeghuis, ik werkte op een klasse-afdeling in het oude Andreasziekenhuis, ik was praktijkbegeleider in het OLVG, begeleider van familie van hartpatiënten op een Intensive Care, begeleider van haartransplantaties in Istanbul, zuster in een abortuskliniek, zuster in de wijk, terminale nachtzuster bij mensen thuis.
Zoveel prachtige en intense herinneringen!

Ik was altijd op mijn best op plekken waar de maskers afgingen, waar het ECHT was, waar angst was en verdriet en pijn en grote emoties. Ik noem dwars door elkaar een aantal mensen en situaties die ik nooit vergeet:
De demente bejaarden die met een taxi naar mijn bruiloft kwamen en niet meer weg wilden. De boze man die op een zaal met 20 zieke mensen naar een keiharde tv luisterde middenin de nacht, ik zette de tv uit, hij vermoordde me bijna. Na de nachtdiensten gingen we vaak ontbijten in het Marriot-hotel. De 1e vrouw die ik als leerling moest wassen op een afdeling, ze had reuma en ik een harde hand. Allebei huilen…

De heer C die bokser was geweest en de benen nam als je hem net ingezeept had onder de douche, en je daarna een linkse directe verkocht op de gang omdat hij niet terug wilde naar de badkamer. De heer K die ’s nachts poedelnaakt met een hoge hoed op, keurig kwam melden dat hij naar huis ging.
De Surinaamse vriendinnen die elkaar toevallig tegen kwamen in de abortuskliniek en die gierend van de lach na hun beider behandeling, arm in arm vertrokken. Het meisje van 13 die een abortus  moest ondergaan en die ZO bang was en ik praatte haar door de angst heen en ze huilde in mijn armen en het was goed. De vrouw die twijfelde aan een abortus, ze had al 2 kinderen en was zwanger van een tweeling. Ik liet haar voelen op 2 verschillende stoelen in 2 scenario’s. Scenario ‘de kinderen laten komen’, leverde vreugdetranen op en ze wist wat ze moest doen.

Anton Koolhaas…ik heb nog een gesigneerd boek van hem met een lieve opdracht. Jan L. die ik toch bijna uit een kantelbed liet vallen en op wie ik zo gesteld was. De vrouw die bij de Jehovah’s Getuigen hoorde, ze moest een keizersnee ondergaan en mocht absoluut geen bloedtransfusie. Zelden is er zo snel en gespannen een kind op de wereld gezet, ik was erbij en het ging goed met minimaal bloedverlies.
Ik heb open-hart-operaties bijgewoond, nare wonden gezien, mensen gingen dood en werden beter, zoveel tranen gedroogd, zoveel gelachen!

Ach broeder P die tegen de dames op de dameszaal altijd na zijn late dienst zei: ‘Dames, handjes boven de dekens hoor!’ En al die Amsterdamse vrouwen gieren van de lach. Ik was erg verliefd op broeder G, we dansten op de muziek van een piepjonge Anita Meijer, maar daarna viel hij voor zuster J.

Alles komt weer boven! De haartransplantaties in Istanbul, de onmogelijk stuurse hooghartige tv-producer die tijdens zijn behandeling pas ontdooide toen ik hem vroeg: ‘Ga jij stiekum vreemd of zeg je het gewoon tegen je vrouw?’ Daarna dikke vrienden op een boot op de Bosporus en buikdanseressen op tafel in het restaurant.
Ik hield meer van internisten dan chirurgen, ik kon niet goed tegen botheid. In het OLVG had ik een column in het personeelsblad, die heette Stille Sterren en ik beschreef opmerkelijke patiënten met hun unieke verhaal. Daar begon het schrijven! Bijvoorbeeld over deze zwerver:

Een hele grote zwerver werd gewassen door drie zusters.
Twee van hen stonden aan één kant van het bed, de kleinste voor,
de grootste achter.
Zij hielden hem stevig vast, zodat nummer drie zijn rug en billen kon
wassen.

De hele grote zwerver zei ineens tegen de kleine voorste zuster:
" Hé! Mag ik effe aan je aan je tiete voele?
  Ik heb al zolang geen tiete meer gevoeld!"

De kleine voorste zuster reageerde:" Nee, nu niet hoor! Het is vandaag
veel te druk", en toen trokken ze hem rustig een hele grote schone
pyama aan.


13 jaar geleden verhuisde ik naar Brabant, mijn 1e dienst in de wijk vergeet ik nooit. Ik kwam in een café, waar ik de weg vroeg, terecht in een carnavalsoptocht. ‘Tongelresestraat, waar is die Tongelresestraat!’ joelde het hele café in polonaise, OMG waar was ik terecht gekomen, ze sleurden me gewoon mee! Dit was niet mijn plek, vooral omdat ik het niet kon om zoveel mensen op verschillende locaties in 1 dienst te zien. Voor niemand rustig de tijd, auto parkeren onder tijdsdruk…Ik heb me omgeschoold in de terminale zorg en dat was een prachtige afsluiting van een mooie loopbaan.
Rustig waken bij iemand die niet meer behandeld hoeft te worden. De mantelzorgers ondersteunen. Samen wachten op de grens van leven en dood, ik was een poortwachter en geknipt voor deze job.

Ik zie mevrouw R voor me, die rustig doodging met haar hand in de mijne. ‘Goede reis’ wensten we elkaar en toen deed ze haar ogen dicht. Met de heer Z zat ik uren op de rand van zijn bed, we aten bananen en keken naar de lichtjes op de snelweg. Hij vertelde over Marokko en sliep daarna sinds weken een hele nacht door. Ik schreef correcties aan ons 2e boek terwijl de heer P sigaretjes rolde en muziek luisterde, gewoon gezellig. Ik waakte tussen honden en papagaaien, in kleine huisjes en in grote villa’s, bij patiënten die het zwaar hadden en mensen die zich vredig overgaven. Wat ik leerde is dat als je durft te leven, dat je dan ook dood durft te gaan.

En nu is het klaar. Nu heb ik door 3 hernia’s deze periode af moeten sluiten. Nu komen er op mijn 60e beelden terug van het kleine meisje van 5 dat ik ooit was, ik lag alleen en met vastgebonden handjes in het ziekenhuis, mijn linkeroog was rechtgezet, mijn moeder weggestuurd toen ik sliep. Zo bang! Heb ik me hierdoor altijd zo goed in kunnen leven in angstige mensen? Neem ik het hierdoor altijd op voor mensen die het zwaar hebben? Geef ik daarom alles wat ik weet en geleerd heb zo gedreven door in de boeken die ik schrijf met Inge?  Het heeft vast met elkaar te maken.

Deze periode is nu afgesloten. Mijn witte jasje aan de wilgen. Maar ik ga rustig door met boeken verkopen, een nieuw boek schrijven en workshops geven aan mantelzorgers. Ik blik dankbaar en tevreden terug en eer mezelf en alle verpleegkundigen die zulk mooi werk doen in de zorg. Tot ziens!